Ze krijgen een adres, de aflevertijd is als iedereen ligt te slapen. Ze nemen zeer zwaar illegaal knalvuurwerk mee, meestal een Cobra, en tapen dat op een fles benzine. Ze gaan er op de scooter heen. Ze filmen hoe ze een Cobra aan een voordeur hangen, wie daarachter woont weten ze niet. Als ze het afsteken, rennen ze hard weg. Aan de knal horen ze of het gelukt is. En aan de nieuwsberichten de volgende dag, op internet, op de radio. De zoveelste explosie in Rotterdam.
Ze zorgen er voor dat duizenden mensen denken: het kan mij ook overkomen. Want: zit die buurman misschien in duistere zaakjes? Straks blaast iemand zíjn deur op en vliegt híér alles in de fik. Of: die ene neef in het criminele milieu, wat als hij een zakenpartner in de drugs niet betaalt? Knalt mijn ruit er dan uit midden in de nacht? Kunnen mijn kinderen nog wel aan de straatkant slapen?
De explosievenleggers maken een hele straat wakker. En bezorgen een hele wijk angst. Wie zijn ze? Wie hangt er midden in de nacht zwaar vuurwerk aan een voordeur? Wie gaat er op pad met een fles benzine? Wie maakt de hele stad bang?
Rotterdam was in 2023 de explosievenhoofdstad van Nederland. De regio werd dit jaar zo’n 200 keer opgeschrikt door een explosie – tegenover ongeveer 425 explosies in de rest van Nederland. In sommige weken ging er vrijwel elke nacht een explosief af in een Rotterdamse straat. Ze worden neergelegd vanwege een conflict, bijna altijd in het criminele milieu, vaak over drugs. De slachtoffers hebben lang niet altijd met dat conflict te maken. Soms zijn ze familie van een crimineel, soms hebben de daders de verkeerde voordeur uitgekozen.
NRC bezocht in oktober en november vijf zittingen waar jonge mensen voor de rechter stonden omdat ze betrokken zouden zijn bij het ophangen van een explosief aan een Rotterdams pand. De jongeren die voor de rechter komen hebben vaders die trouw elke zitting bezoeken, maar zijn ook jongens die nooit enige vorm van sociale controle hebben gehad. Ze zeggen met zachte stem spijt te hebben, of zeggen hard en met overtuiging dat ze zich beroepen op hun recht om te zwijgen. Ze hebben sportkleding aan, strakke spijkerbroeken en slippers. Ze geven toe dat ze een explosief hebben afgestoken, of ze ontkennen alles. Het zijn jonge jongens, en soms een jonge vrouw.
Maar hoe verschillend ze ook zijn, de verdachten lijken ook op elkaar. Het zijn allemaal kwetsbare jongeren, geen leidende figuren in de onderwereld. Uitvoerders die snel over zijn te halen, impulsief zijn. Een leger explosievenleggers waarvan de stad lijkt te wemelen. Een onuitputtelijke bron. En: deze jongens komen veel vaker voor de rechter dan hun opdrachtgevers.
Fugitivo
Een Ajax-shirt in de Rotterdamse rechtszaal. Julio durft het. Het witte uitshirt van de Amsterdammers. Achterop nummer 4, met daarboven: Fugitivo. Voortvluchtig, betekent dat. Een knipoog misschien, want voortvluchtig is hij allesbehalve: hij zit al 158 dagen vast. Hij wordt verdacht van het veroorzaken van twee ontploffingen in het Oude Noorden van Rotterdam. Daarbij raakten twee portieken en een woningruit beschadigd. Meerdere Cobra 6’en werden op het raam geplakt.
Julio heeft die explosie gezet, zegt hij tegen de rechter. Zijn handen zijn op een filmpje te zien dat op zijn telefoon stond. Er is ook een ander filmpje van Julio gevonden. Hij en een andere jonge man, in een auto. Ze praten tegen de camera. Ze zijn ingeschakeld door die man, zeggen ze, om een Cobra te zetten. Begrijp je, bomba broer, zegt Julio. Explota, boem boem. Ze lachen.
Waarom hij het heeft gedaan? Julio schokschoudert. Een moeilijke situatie, dat was het. Hij moest geld hebben, het was niks persoonlijks. Hij wist niet eens waarom er daar een Cobra aan het raam moest. Hij wist niet dat het doelwit waarschijnlijk een jongen was die naar Marokko is vertrokken, en dat ‘ze’ nu zijn familie wilden treffen.
Voor Julio was het vooral belangrijk dat hij 500 euro zou krijgen. Werk heeft hij al een tijdje niet. Ook geen uitkering. Hij woont al sinds zijn zesde in Nederland, maar werd geboren in Spanje en heeft nog steeds geen Nederlands paspoort. De kans bestaat dat de IND hem ongewenst gaat verklaren. Hij heeft geen recht op sociale bijstand. Hij heeft schulden. Hij noemt het een cirkel waar hij niet snel uitkomt. Dus dit was snel verdienen.
Julio heeft geen vast adres. Hij is een bankslaper. Soms bij familie in België. Soms bij vrienden in Rotterdam. Elke nacht is onzeker. Ja, behalve nu, geeft hij toe aan de rechter. De afgelopen tijd sliep hij in de gevangenis. Of hij wel weet wat voor straf er op dit soort delicten staat, vraagt de rechter. Ja, hij is ervan geschrokken. Maar op die moment, zegt Julio, denk je zo niet. Je denkt pas zo als je achter die dikke deur zit. En dan is het te laat.
Emilio en Jay zijn anders dan Julio. De band met hun familie is hechter. Bij een eerdere zitting had de rechter bepaald dat ze hun zaak in vrijheid mochten afwachten. De 19-jarige Jay, een kleine jongen met krulletjes en een dun snorretje, loopt met zijn moeder de rechtszaal in. Emilio (21) is groot, heeft een sikje, opgeschoren haar; allebei zijn ouders zijn meegenomen. Emilio en Jay zouden een explosief hebben laten afgaan voor MJ Tropica, een Rotterdams supermarktje. Daarna brak er brand uit, niemand raakte gewond.
Ze hadden een deelscooter gehuurd, een fles motorbenzine mee, en daaraan twee Cobra’s getapet. Die hebben ze om vier uur ’s nachts aangestoken en tot ontploffing gebracht. Er zijn ook appjes gestuurd. Wil je doekoe, werd aan Emilio gestuurd. Wil je geld maken. Emilio stuurde terug: wanneer krijg ik het?
Emilio en Jay zeggen dat ze elkaar niet zo goed kennen. Ja, van het gamen op de Playstation. En ze hebben elkaar een keer gezien in de Italiaanse fastfoodketen Vapiano. Emilio heeft een leeg strafblad. Allebei hebben ze een goede gezinssituatie. Als we vinkjes gaan zetten komen ze een heel eind, zegt de rechter.
Waarom dan dit?
Jay zegt dat zijn vriendin naar een feestje wilde. Daar zeurde ze over. Hij dacht: misschien kan ik het geld dat ik voor die explosie krijg wel aan dat kaartje uitgeven. En hij houdt van mooie spullen, schoenen vooral. Emilio vertelt dat het bedrijf waar hij stage liep, failliet ging. Midden in het jaar, dat was moeilijk. Toen werd hij thuis ook wat afstandelijker. Zat niet zo lekker in zijn vel. Hij was niet zichzelf.
Maar toch, een explosie zetten, dat was dom gedrag. Emilio wist toen ook al wel dat het niet correct was wat hij deed. Maar hij had er gewoon niet bij stilgestaan dat het zo heftig zou zijn. Hij was zichzelf niet, die periode. Beïnvloedbaar, ook. Eigenlijk besefte hij dat pas toen hij de explosie hoorde. Hij schrok ervan, hoe hard dat was. Toen dacht-ie wel: waar ben ik mee bezig? Maar, toen was het al te laat, zeg maar. Jay heeft de dag erna nog een vriendin gevraagd of ze kon gaan kijken, naar de schade. Die vond het nog wel meevallen.
Maar hoe wisten Emilio en Jay waar ze het vuurwerk moesten laten afgaan? Waarom die winkel, Tropica? Emilio zegt dat hij eerst dacht dat Tropica een zwembad was. Dus iemand anders heeft dat adres gegeven, zegt de rechter. Emilio reageert snel. Op advies van zijn advocaat beroept hij zich op zijn zwijgrecht. De politie heeft wel een opdrachtgever in beeld. Een man die Vlugge Japie wordt genoemd. Kent Jay hem? Hij schudt zijn hoofd.
Emilio en Jay zijn niet de enigen die over hun opdrachtgever liever zwijgen. Veel van de jongeren die voor de rechter komen zijn zelf bang. De advocaat van de 18-jarige Kenai had eerder tijdens een pro forma gezegd dat hij mischien een verklaring zou gaan afleggen. Dat bleek niet de bedoeling te zijn. Een paar dagen later hing er bij zijn ouders thuis een vuurwerkbom aan de deur. Daarom praat niet iedereen. En wie wel praat, weet waarover te zwijgen. Julio vertelt bijna alles, maar niet wie de opdracht gaf. Hij kreeg via Telegram twee adressen. Van wie? Zegt hij niet, vanwege zijn eigen veiligheid.
Het zijn niet alleen maar jongens die voor de rechter komen omdat ze verdacht worden van het plaatsen van een explosief. Op een voorbereidende zitting zit Laureyn tegenover de rechter. Ze heeft een broek met legerprint aan, het haar opgestoken in een knotje. Haar blauw-witte sokken in grote badslippers. Achter haar oor zit een sterretje getatoeëerd. Ze had haar leven goed op orde. Een eigen huurhuis, ze doet de opleiding maatschappelijke zorg en wil uiteindelijk psycholoog worden. Ze heeft niks met explosies te maken, zegt ze als ze aan de rechter een zelfgeschreven brief voorleest. De tranen stromen over haar wangen. Ze heeft hard gewerkt voor waar ze nu is. Ze wil dat niet verliezen.
En dan zijn er nog de ouders, die in de pauzes in de rechtbank rondwandelen. Bezorgde gezichten. Soms beginnen ze uit zichzelf met vertellen. Over vroeger, toen het zo’n lieve jongen was. Dat ze zo geschrokken zijn. Dat ze betwijfelen of het allemaal wel waar is. En, vaak die vraag: hoe het nu toch verder moet?
De 21-jarige Alix mist zijn moeder enorm. Ze is alleenstaand, hij is de man des huizes. In de pauze vertelt ze dat haar zoon een man moet worden. Op eigen benen moet staan. Alix zit al enkele maanden vast, omdat hij betrokken zou zijn bij een een incident in april, waar een vuurwerkbom tegen de ruit van Toko Arti zou zijn geplakt. Zijn moeder had dat niet verteld aan Alix’ kleine broertje en zusje. Hij doet een stage, ergens ver weg, had ze gezegd. Als de voorlopige zitting is afgelopen, zegt de politie dat Alix zijn moeder niet mag omhelzen. Maar dat doet hij toch. De agenten laten het een paar seconden toe.
Bij de koffieautomaat zegt de vader van de 23-jarige Serdar dat je je kinderen niet altijd tegen alles kunt beschermen. Vroeger bracht hij zijn zoon naar theater, naar school, naar het zwembad: overal naartoe. Maar dan komt er dat moment dat je ze moet loslaten. Wat als ze dan foute vrienden krijgen? Er zijn mensen in Rotterdam die misbruik maken van jonge jongens die snel wat willen verdienen, zegt hij.
Hij blijft zijn zoon steunen, maar hij gaat straks wel strakker worden, strenger ook. Zijn zoon moet werken, studeren. Het is een slimme jongen. Serdar zelf wil ook veranderen, zegt hij tegen de rechter. Hij is geen 17 meer, dit zijn de belangrijke jaren in een mensenleven. Hij wil verantwoordelijkheid gaan nemen. Een opleiding beginnen. Een bijbaantje, misschien wel in de supermarkt, waarom niet? Hij voelt zichzelf nergens te goed voor, hoor.
Waar Serdar honderduit praat, houdt Ramsey zijn mond. Hij is alleen vandaag, medeverdachte Jeffrey is er niet. Jeffrey zou samen met Ramsey zwaar Cobravuurwerk hebben laten afgaan in de Rembrandtstraat. De jongen die daar woont, zou een vriend van hen hebben neergestoken. Toen Jeffrey en Ramsey werden aangehouden, hadden ze een fles brandbare vloeistof en een Cobra bij zich. Ramsey is er wel, hij is mager en lang, hij kijkt vaak boos naar de rechter. Alsof hij wil zeggen: wat doe ik hier?
Als Ramseys advocaat hoort dat er tijdens de rechtszaak een podcast wordt opgenomen – voor dit verhaal van NRC – protesteert hij. Dat Ramseys stem onherkenbaar zal worden uitgezonden maakt niks uit: ze zijn geen stem-acteurs, zegt de advocaat, die mee moeten helpen om een beursgenoteerd bedrijf commercieel beter te maken. Nu zal Ramsey niks zeggen. Anders wel, vraagt de rechter? Misschien wel, zegt Ramsey.
Hij krijgt zijn zin, Ramseys stem mag niet worden opgenomen. De rechter onderwerpt Ramsey aan een vragenvuur. Hoe kan het dat Jeffrey zegt dat Ramsey erbij was? Hoe kan het dat de politie hem heeft aangehouden samen met Jeffrey? Hoe kan het dat in berichten Ramseys naam wordt genoemd? Dat op zijn telefoon het pand aan de Rembrandtstraat te zien is?
Maar, zegt Ramsey, het enigste dat hij wil zeggen, is dat hij er niks mee te maken heeft. Zijn advocaat dringt aan: beantwoord die vragen nou. Nee, zegt Ramsey, ik heb mijn dinges al gezegd. Het is geen bewijs wat de rechter hem voorhoudt, zegt Ramsey, het is allemaal, allemaal… Hij beroept zich op zijn zwijgrecht. Dat is jammer, vindt de rechter. Want ze heeft speciaal de opnames verboden, omdat Ramsey had gezegd dat ie zou gaan praten. Ramsey vindt dat onzin. Het is toch zijn recht om te zwijgen? Dus wat is het probleem? Niet boos worden, zegt zijn advocaat.
Voor een klein bedrag
Als de rechter de straffen uitspreekt wordt het menens, dan beseffen ze dat die ene keuze in die nacht betekent dat ze maandenlang niet meer buiten zullen zijn. Julio wordt veroordeeld tot tweeënhalf jaar cel. De rechter zegt dat het zorgelijk is dat hij zo’n ernstig feit heeft gepleegd voor een klein bedrag van 500 euro. Zijn acties hebben volgens de rechter voor grote onrust en angst gezorgd in de hele samenleving. Het vonnis in de zaken van Laureyn en Alix is nog niet bekend. Serdar wordt alleen veroordeeld voor het bezit van een vuurwapen. Kenai wordt vrijgesproken.
Ramsey en Jeffrey moeten twee jaar de gevangenis in. Volgens de rechtbank hebben ze voor eigen rechter proberen te spelen. Als Ramsey het vonnis hoort, blijft hij voor zich uit staren. Achter hem zitten zijn ouders, vriendin en vrienden. Die reageren wel. De tranen rollen over de ogen van zijn vriendin. Zijn stiefvader roept hard fuuuuck. Als de agenten Ramsey willen meenemen, roept Ramsey dat ze hem niet moeten aanraken. Zijn vrienden en familie springen over de bankjes heen. Andere politiemensen proberen hen rustig te houden, terwijl Ramsey door een zijdeur wordt weggeleid.
Emilio mocht het proces in vrijheid afwachten. Doe je best, had de rechter gezegd. Dat had hem érg goed gedaan. Hij had bij veel bedrijven gesolliciteerd, uiteindelijk durfde eentje het met hem aan. Eerst twee dagen op proef, toen een nulurencontract, en dat ging zo goed dat hij een contract van 32 uur tekende. Hij werkt er vier dagen per week, van twaalf uur tot laat in de avond. En dinsdag naar school.
Maar nu zegt de rechter dat hij 15 maanden celstraf krijgt, waarvan tien onvoorwaardelijk. Hij moet meteen worden opgepakt. Emilio’s moeder zit achter hem. Ze slaakt een kreet, en begint te snikken. Politieagenten achter in de zaal lopen langzaam naar voren. Emilio kijkt om zich heen. Hij begrijpt het niet. Wat betekent dit? De rechter zegt dat hij weer naar de gevangenis moet. Hij krijgt boeien om.
Emilio’s moeder wendt zich huilend tot de rechter. Dat heeft geen zin meer, het vonnis is al uitgesproken. Toch mag ze nog iets zeggen. Ze snapt dat ze een voorbeeld willen stellen, zegt ze. Maar haar zoon heeft zijn leven net weer op orde. Hij heeft werk, stage, hoeft nog maar een paar schoolexamens af te leggen. Wat denkt de rechter dat er gebeurt nu hij alles weer kwijtraakt? Als hij na zeven maanden uit de gevangenis komt? Wat denkt de rechter dat hij dan gaat doen? Dit kan toch niet?
Richt je nou op die grote jongens daarboven, zegt ze. Nu ben ik mijn zoon kwijt. Emilio probeert zijn moeder te kalmeren. Met zijn handen achter zijn rug begraaft de grote jongen zijn hoofd in de hals van zijn snikkende moeder. Dan moet hij mee, richting de cel. Een paar jonge reclasseringsmedewerkers zitten met rode, natte ogen bewegingloos op hun stoel, terwijl Emilio’s moeder, ondersteund door zijn vader, de rechtszaal uitloopt.